Van 5 tot 12 november kon ik mijn mamaatje en papaatje eindelijk tonen waar
en hoe ik leefde in Spanje. Ze kwamen me samen met tante Marijke en nonkel Luc
opzoeken. Ze hadden een auto gehuurd, dus ik heb zo ook meer leuke plekjes
ontdekt in de provincie Huelva en in Portugal.
Nadat de oudjes maandagavond laat aangekomen waren in Huelva (en we
uiteraard al de eerste tapas naar binnen gespeeld hadden) trokken we er
dinsdagmiddag na mijn lessen al meteen op uit. Eerste halte op het programma:
het binnenland van de provincie Huelva! Zoals jullie al dan niet weten is ‘jamón
ibérico’, bij ons beter bekend onder de naam ‘pata negra’, erg populair in
Andalusië en dus ook in Huelva. Dus mochten we uiteraard niet vergeten om
richting Jabugo te trekken, want daar werden veel van die pata negras
geproduceerd en Jabugo is er zowat de hoofdstad van. De winkels hingen er dan
ook werkelijk vol van.
Dinsdagavond hebben we overnacht in een plaatselijk hotel en in dat stadje
werden we ’s avonds ongelofelijk verwend in een restaurant. We werden getrakteerd
op een typisch Spaanse menu voor geen geld. Op de koop toe kregen we er ook nog
een klein vaasje als souvenir. Ik gebruik dat nu dankbaar als pennenhouder op m’n
bureau.
Woensdagnamiddag trokken we naar de Río Tinto, een rivier die door Huelva
loopt en rood gekleurd is door de mijnen die er langs liggen. Helaas waren we
letterlijk 2 minuten te laat om het treintje te nemen die je naar de mijnen
zelf brengt, maar gelukkig was het museum ook interessant.
Donderdag en vrijdag heb ik zelf het nodige schoolwerk gedaan terwijl mijn
bezoekers de omgeving van Huelva beter gingen verkennen. Ze gingen op bezoek in
Sevilla (en werden daar helaas helemaal natgeregend) en naar Punta Umbría, het
dichtste strand bij Huelva. ’s Avonds gingen we telkens heerlijk Spaans eten.
In het weekend was het dan tijd voor een tweede uitstap: Portugal! We reden
richting de Portugese grens langs de Spaanse kustlijn en zorgden voor de nodige
tussenstops in onder andere Isla Canela en Isla Cristina. In Portugal zelf
gingen we kort even langs in Tavira en daarna in Faro (gelukkig was er toen
géén Carlos, a.k.a. ambetante Portugees, te bespeuren). ’s Avonds sliepen we
uit in Loulé, een stad meer in het binnenland van Portugal. Uiteraard hebben we
daar weer, hoe kan het ook anders, heerlijk gegeten en gedronken, maar dan wel
op z’n Portugees.
Op de laatste volledige dag trokken we door het platteland van Loulé en
reden we door veel, heel erg veel, appelsiengaarden. We gingen ook naar Alte,
een typisch klein Portugees stadje met amper 500 inwoners. Daarna gingen we
lekker pootje baden in Albufeira en laatste stop op het programma was Quarteira,
waar er mooie rotsen langs het strand staan.
Jammer maar helaas ging deze leuke week veel te snel voorbij.
Als afsluiter van dit blogbericht heb ik de mooiste blunder van de week
uitgekozen, want deze kon ik toch niet voor mij alleen houden ;). Ma, pa, tante
en nonkel hadden op de eerste dag, dinsdag, Huelva zelf wat verkend terwijl ik
in de les zat. In de auto kwam dan volgende vraag: “Valerie, wat wil dat
eigenlijk zeggen ‘cabalo’ ofzoiets?”. Ik leidde eruit af dat ze het woord ‘caballero’
bedoelden en dat betekent ‘mannen’. Op mijn antwoord volgde hilariteit, want
blijkbaar was tante naar de mannentoiletten geweest en mijn pa naar de
vrouwentoiletten. Dus aan iedereen: caballero is man en señora is vrouw ;).
Bedankt mama, papa, tante en nonkel voor de fantastische week!!